Bodemdecreet-milieu-inbreuken-advocaten-

EEN CONTROLE DOOR EEN TOEZICHTHOUDER, WAT NU?

In dit artikel wordt het verloop van de procedure besproken nadat de toezichthouder een vermoedelijk milieumisdrijf vaststelt. Voorbeelden zijn: bodemverontreiniging, verontreiniging van oppervlaktewater, schendingen van het mestdecreet, vervoer van meststoffen zonder de juiste documenten ed.


De toezichthouder heeft het recht om, zonder voorafgaande verwittiging, elke plaats vrij te betreden om de naleving van milieuvoorschriften te controleren. Enkel voor bewoonde lokalen heeft de toezichthouder uw toestemming of een machtiging van de Rechtbank nodig. De toezichthouder kan uw erf, stallen, loodsen, percelen… betreden zonder uw toestemming en uitzonderlijk zelfs zonder uw medeweten. De toezichthouder zal u aanspreken als hij een controle uitvoert op uw erf, maar uw afwezigheid belet de controle niet. Uiteraard dient de toezichthouder zich aan de veiligheidsvoorschriften te houden door bijvoorbeeld bedrijfskledij aan te trekken bij het betreden van bijvoorbeeld de stallen.

De toezichthouder voert een controle uit op het erf of percelen en zal een proces verbaal opstellen als vermoedelijke milieu-inbreuken worden vastgesteld. Indien de inbreuk zich leent tot herstellingswerken, kan de toezichthouder eerst een aangetekend schrijven versturen met een lijst van herstelmaatregelen en een datum voor de hercontrole. Let wel, het herstel van de toestand staat een latere sanctie niet in de weg. Dit is de eerste mogelijkheid om uw opmerkingen en bewijsstukken aan de toezichthouder over te maken. Zeker wanneer u herstellingen uitvoert of de gevraagde herstellingen/inbreuken onduidelijk zijn, is het van belang hier schriftelijk op te reageren.


Na de vaststellingen, of desgevallend de hercontrole, ontvangt u binnen de 14 dagen een aangetekende kopie van het proces verbaal, dat ook wordt overgemaakt aan het Parket. Het Parket heeft 180 dagen de tijd om te beslissen of het tot strafrechtelijke vervolging overgaat, dan wel het dossier overmaakt aan de gewestelijke entiteit voor de verdere afhandeling. Deze termijn kan verlengd worden tot 360 dagen. De beslissing wordt genomen a.d.h.v. de Sorteernota 2012, deze nota bevat een beperkte lijst van inbreuken die strafrechtelijk worden vervolgd, zoals het achterlaten van gevaarlijke of illegale afvalstoffen of het niet betalen van bestuurlijke geldboetes. In het merendeel van de gevallen zal het dossier naar de bestuurlijke overheid worden teruggestuurd. Dit is de tweede mogelijkheid om uw opmerkingen en/of bewijsstukken over te maken: werd de toestand inmiddels geregulariseerd, ging de toezichthouder uit van foutieve gegevens? Denk aan een afstandsregel, die volgens de toezichthouder niet werd gerespecteerd, maar volgens uw metingen wel correct is.


De gewestelijke entiteit zal vervolgens de bestuurlijke boeteprocedure opstarten, door de vermoedelijke overtreder per aangetekend schrijven melding maken van de intentie om een bestuurlijke geldboete op te leggen. Komt het dossier in aanmerking voor de versnelde afhandeling via de bestuurlijke transactie, zal deze intentie meteen een betalingsuitnodiging bevatten, waarmee het dossier kan worden afgesloten. Deze bestuurlijke transactie (niet te verwarren met de bestuurlijke geldboete) is vergelijkbaar met een minnelijke schikking. De vermoedelijke overtreder heeft een termijn van 30 dagen om tegen deze beslissing een bezwaarschrift in te dienen bij de gewestelijke entiteit, Departement Omgeving. Deze termijn van 30 dagen is een vervaltermijn, d.w.z. een laattijdig bezwaarschrift wordt niet behandeld. Het verschil tussen de termijnen voor de landbouwer/vermoedelijke overtreder en de overheid is groot, niet alleen qua duur maar naar gevolgen van overschrijding.


De procedure bij de gewestelijke entiteit verloopt hoofdzakelijk schriftelijk, maar er kan een hoorzitting aangevraagd worden. Het is aangewezen om uw standpunten op die manier de nodige kracht bij te zetten. Het bezwaar kan gaan over de inbreuk zelf, maar ook over de begroting van de bestuurlijke transactie. Het is denkbaar dat de inbreuk niet betwist wordt, maar dat de vermoedelijke overtreder zich niet kan verzoenen met de voorgestelde sanctie.


Tekent u geen bezwaar aan, wordt het bezwaar afgewezen of betaalt u de mogelijke bestuurlijke transactie niet, dan wordt de boeteprocedure verdergezet. De gewestelijke entiteit heeft een termijn van 180 dagen om de bestuurlijke geldboete op te leggen, het betreft een termijn van orde, d.w.z. een overschrijding van de termijn heeft geen gevolgen. Het verschil tussen de termijnen voor de landbouwer/vermoedelijke overtreder en de overheid is groot, niet alleen qua duur maar naar gevolgen van overschrijding.
De gewestelijke entiteit heeft een zeer ruime marge om het boetebedrag vast te leggen, maar moet de beslissing wel degelijk motiveren. Er mag geen gebruik gemaakt worden van standaardbewoordingen of stijlformules. Daarnaast moet de bestuurlijke geldboete in verhouding zijn met de inbreuk. Om de proportionaliteit van de boete te beoordelen worden volgende elementen in aanmerking genomen:

  • De ernst van de feiten, gaat het bijvoorbeeld om een risico op verontreinig van het oppervlaktewater, of werd een effectieve lozing vastgesteld
  • De frequentie, gaat het om een eerste, eenmalige overtreding, of werden al meermaals milieu-inbreuken vastgesteld
  • De omstandigheden, de bereidheid om herstellingen uit te voeren of maatregelen te nemen of het overschrijden van de beslissingstermijn door de gewestelijke entiteit kan leiden tot een reducering van het boetebedrag.


Tegen de boetebeslissing bestaat een laatste beroepsmogelijkheid bij het Handhavingscollege. De beroepstermijn bedraagt 30 dagen na ontvangst van de beslissing. Er moet bovendien aan een resem vormvereisten worden voldaan om een ontvankelijk beroep in te dienen. Het Handhavingscollege behandelt deze beroepen in laatste aanleg.


Na een controle door een toezichthouder denkt u er in eerste instantie misschien niet aan om een advocaat te raadplegen, toch kan juridische bijstand nuttig zijn om het kluwen van regels, bezwaar- en/of beroepsmogelijkheden te ontwarren en elke bezwaarmogelijkheid optimaal te benutten. De handhaving van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM) veroorzaakt een grote rechtsonzekerheid, voornamelijk omdat de overheid een zeer ruime sanctioneringsmarge heeft, boetes kunnen immers oplopen tot 2 miljoen euro.


Aarzel dan ook niet om vrijblijvend contact op te nemen met ons kantoor voor meer informatie. 

- Nieuws -